Stadsgesprek podiumverenigingen
Op 19 juni 2023 vond het tweede stadsgesprek plaats ten behoeve van de nieuwe beleidsnota cultuur. Het tweede stadsgesprek had het thema ‘Podiumverenigingen’ en vond plaats in de Botanische Tuin in Terwinselen. De gesubsidieerde podiumverenigingen hebben allemaal gericht een uitnodiging ontvangen en verder is er een open oproep geplaatst op de sociale platformen en de VIA Kerkrade. Kerkrade telt op dit moment 3 podiumverenigingen. 4 deelnemers waren aanwezig bij het gesprek. Vanwege het lage aantal deelnemers, is ervoor gekozen om een laagdrempelig gesprek te voeren met elkaar aan tafel. Na een korte introductie en welkom door Wethouder Schlangen en een voorstelrondje wordt het gesprek gestart door Erik Hoesbergen.
Verslag stadsgesprek podiumverenigingen
Belangrijke thema’s: jeugd, dialect, samenwerking en nieuw publiek
Bij de vraag welke thema’s op dit moment spelen, komt al snel het thema jeugd naar voren. Het is belangrijk om kinderen van jongs af aan kennis te laten maken met theater en toneel. Als publiek en hopelijk later ook als lid van de toneelvereniging. Hierbij speelt het onderwijs een hele grote rol.
Op dit moment komen nieuwe leden meestal op toevallige wijze via-via bij de vereniging. Dat geldt zowel voor jeugdleden als voor oudere leden. Een belangrijk thema in de cultuurnota is het betaalbaar houden van cultuur voor iedereen en zeker voor de jeugd. Dat geldt ook voor theaterbezoek, wat nu toch vaak erg duur is. Door theaterbezoek worden ze wellicht ook enthousiast om deel te nemen aan een toneelvereniging. Hoe betrekken we de mensen met een kleine beurs?
Verder wordt aangegeven dat het behoud van de lokale dialectcultuur erg belangrijk is. Wat een grote rol speelt is of kinderen thuis en/of op school dialect spreken. Meer aandacht voor het dialect zou ook meer aanwas voor de verenigingen kunnen betekenen. Behoud van het dialect zien de verenigingen als een van hun kerndoelen.
Samenwerking tussen verschillende verenigingen en disciplines is een goede manier om een nieuw publiek en misschien zelfs nieuwe leden te trekken. Bijvoorbeeld muziek (harmonie/fanfare) en toneel, zodat mensen op een laagdrempelige manier van beide kunnen proeven. Vroeger (meer dan 100 jaar geleden) waren er in Kerkrade maar liefst 14 toneelverenigingen. Elke harmonie of fanfare had destijds ook een toneelclub en de kerk speelde daarbij ook een rol. Muziek en toneel waren toen veel meer verbonden. Op dit moment gebeurt het in de praktijk ook al vaker dat verenigingen samenwerken, maar het is vooral op projectbasis en geen vanzelfsprekendheid.
Na corona was er de angst of het publiek, dat toch vaak wel op leeftijd is, nog wel terug zou komen. Gelukkig is een groot deel behouden. De grootste uitdaging hierbij is hoe brengen we een nieuwe generatie met toneel in aanraking? En hoe boren we een nieuw publiek aan dat nu nog niet naar voorstellingen komt?
Het is heel belangrijk om kinderen van jongs af aan warm te krijgen voor cultuur in het algemeen en toneel in het bijzonder. Zeker in onze gemeente met veel mensen met een klein beurs.
Theaterschool Kiek zit in de Bühne en loopt zeer goed (140 leerlingen), maar vrijwel niemand stroomt door naar de toneelvereniging. Hoe kan dat? Met 18 jaar gaan veel jongeren studeren en zij willen/kunnen dan niet bij een vereniging. Dat is op zich logisch. De kunst is juist om leden terug te krijgen als ze achter in de 20 / voor in de 30 zijn en zich weer in Kerkrade gesetteld hebben.
Je ziet ook dat bij middelbare scholen de binding van docenten steeds losser wordt, waardoor het organiseren van een schoolmusical, cabaret of revue steeds minder vaak voorkomt. De filosofie van het Martin Buber is juist wel om kinderen kennis te laten maken met wat de stad te bieden heeft. Hier liggen dus zeker wel kansen.
De verenigingen zijn het erover eens dat ze zelf activiteiten moeten ontplooien. Van niks komt niks. Je redt het niet met alleen alles doen in het belang van je eigen vereniging; samenwerking met andere verenigingen is belangrijk. Ze kijken positief naar de toekomst. Het is wel belangrijk om dingen te blijven ontplooien en ontwikkelen.
Producties zijn getimed – bijvoorbeeld de ene vereniging speelt altijd een productie in het voorjaar, de andere in najaar. Het vergt dus veel afstemming om iets extra’s of anders te organiseren. Leden willen ook maar beperkt repeteren en staan niet altijd open voor veel extra repetities.
De Eierzitsung is een goede manier om mensen laagdrempelig te betrekken; met weinig voorbereiding wel eens laten proeven van op het toneel staan.
Toneel is in Limburg wel steeds hipper en in ontwikkeling – denk aan Toneelgroep Maastricht, Zondag in het Zuiden, Dagboek van een Herdershond etc.
Rol van de vereniging
De verenigingen geven aan dat zij tevreden zijn over de huidige stand van zaken; ze hebben voldoende leden, genoeg publiek en geen acute financiële problemen. Aan de ene kant zouden ze al blij zijn als ze dat voorlopig zo kunnen houden. Toch vinden ze innovatie belangrijk. Je hebt alleen bestaansrecht als je op een bepaalde manier met de tijd mee gaat, zonder tradities te verliezen. Daar zit een spanningsveld in. Het gaat niet alleen om de spelers en bouwers, maar ook om het publiek. De toneelstukken, meestal kluchten, roepen een bepaalde nostalgie op bij het publiek. Dat is ook wat het publiek verwacht als ze naar een voorstelling komen. Vernieuwing zal dus voorzichtig moeten gebeuren.
Verenigingen zijn bereid om te innoveren, maar wie trekt de kar? Het moet intrinsiek zijn en geen moeten worden. Er moet een gezond evenwicht zijn tussen vernieuwing en behoud van traditie.
Rol gemeente
De rol van de gemeente is enthousiasmeren en faciliteren. Dat kan bijvoorbeeld door meer bekendheid te geven aan de verenigingen en voorstellingen via Beleef Kerkrade.
Wat ook als een belangrijke rol van de gemeente wordt gezien is het stimuleren van een nieuw publiek. Het mogelijk maken dat mensen, van jong tot oud, kennismaken met toneel en dialect. Door een vergroting van het publiek komen er hopelijk ook nieuwe leden. Dat kan de gemeente doen door bijvoorbeeld mensen met een smalle beurs vrijkaarten te geven, met het theater te onderhandelen over gratis of goedkopere kaartjes, door het stimuleren van cultuureducatie en dialectonderwijs etc.
Excelsior heeft momenteel een grote uitdaging om hun eigen gebouw te verduurzamen. De wethouder geeft aan dat de gemeente daarbij ook kan ondersteunen en adviseren.
Rol van de HuB
Bij de opening van de HuB. is helaas de plank mis geslagen; er is toen een Hollandse voorstelling geprogrammeerd; dat hadden veel beter lokale verenigingen kunnen zijn.
De aanwezige verenigingen hebben geen directe behoefte aan een grotere rol van de HuB. De kleine multifunctionele zaal is niet interessant voor ze omdat ze zelf al goede faciliteiten hebben of kunnen gebruiken elders. De grote theaterzaal is véél te duur. Verenigingen spelen daarnaast liever 6 keer een voorstelling in een kleine zaal dan één keer in de grote theaterzaal. Het is leuk voor de leden om eens een keer op een grote bühne te spelen, maar het is zeker niet noodzakelijk.
Een andere rol voor de HuB. zien de verenigingen ook niet.
Conclusie
De podium verenigingen zijn gezonde verenigingen. Ze kijken positief naar de toekomst en staan open voor samenwerking en vernieuwing, zo lang er een juiste balans blijft tussen vernieuwing en traditie. Het aanboren van een nieuw publiek is een belangrijke uitdaging. Dat begint al bij de jeugd. De gemeente heeft hierbij een belangrijke rol om cultuur, en toneel in het bijzonder, toegankelijk en betaalbaar te maken voor elke inwoner, jong en oud. Dat begint door goede cultuureducatie en aandacht voor het Kerkraads dialect.